Radio Lelystad plaatst wekelijks een ‘Gedicht van de Week’ van een Lelystedeling of iemand uit de omgeving. Er loopt namelijk veel dichttalent rond in en rond Lelystad en dat verdient een podium, ook op onze site. Bovendien is dichten leuk, inspireren de gedichten andere mensen wellicht ook tot dichten en bieden gedichten vaak een andere kijk op de werkelijkheid, bijvoorbeeld een actueel onderwerp.
Het gedicht van deze week is De Knardijk van Lammie Flobbe. Het Werkeiland Lelystad bestaat 75 jaar. En dat is feestelijk gevierd tijdens monumentendag op 14 september.
Op 12 juni 1950 begonnen de werkzaamheden voor het aanleggen van de nieuwe polder Flevoland. Vanaf het Werkeiland werkten de pioniers met man aan macht aan deze inpoldering. Het gedicht van de week is dan ook van Lammie Flobbe-Schouwstra, die met haar gezin één van de eerste bewoners op het Werkeiland was. Zij verhaalt over de periode dat de Knardijk net klaar was. Vanaf dat moment namen vele toeristen op zondag een kijkje in Lelystad (Haven).
Lammie leeft niet meer, maar uit eerbetoon aan haar moeder, een van deze eerste pioniers, droeg haar dochter Mieke Flobbe dit gedicht voor tijdens de dinsdagavondsalon van 16 september.
De Knardijk
Het vreemden-legioen vertrok weer
In lange auto karavaan
zien wij, bij ’t vallen van de avond
Hen langs de knardijk huiswaarts gaan.
’t Rumoer van overdag verstomde
van dialect en vreemde taal.
Van woorden over zee verklonken,
Bij sluisput en excursiezaal.
Nu legt het duister van de avond
zich weer beschermend om ons heen.
En de verstoorde rust herstelt zich.
De stilte heerst weer als voorheen.
Slecht ’t zoemen van de lichtcentrale
hoort men, en ’t ruisen van de zee.
En in de verte ’n vallend anker.
De wind neemt de geluiden mee.
Die stilte, bij het licht-geflonker
Van kust-en havenvuren, dat
stilzwijgend een zijn, ondanks alles.
Dat is ons eigen Lelystad.