DRONTEN - Eerst het goede nieuws: mensen die sinds de komst van de nieuwe windmolens bij Biddinghuizen, Swifterbant en Ketelhaven ’s nachts een brommend geluid horen: dat zit niet in uw hoofd, dat geluid is er echt. Het slechte nieuws: het blijft allemaal binnen de normen, dus wettelijk valt er niets tegen te doen.
De afgelopen week was het volop in het nieuws: de bromtoon die mensen die een windmolen in de nabijheid hebben ’s nachts horen. De gemeente heeft ruim twee jaar geleden, deels vooruitlopend op de nieuwe windmolenparken die nabij de woonkernen werden gerealiseerd, besloten het geluid te laten meten: in hoeverre veroorzaken de windmolens geluid en worden daar normen overschreden?
Op tien meetpunten zijn, na overleg met bewoners en belangengroepen, geluidsmeters opgehangen. Na anderhalf jaar meten en een analyse maken van de bevindingen door het instituut dat het geluid heeft gemeten, ligt er nu een lijvig rapport.
De conclusie, heel in het kort: ja, windmolens veroorzaken geluid, maar in de gewone uren blijft dat allemaal binnen de normen en valt veel ook weg tegenover ander omgevingsgeluid: verkeer, stemmen, de trein, vliegtuigen, de wind en warmtepompen. Maar ook in de nachtelijke uren, als er geen sprake is van de meeste van de net genoemde geluidsbronnen, veroorzaken draaiende windmolens geluid.
Het gaat dan om een nachtelijk laagfrequent gebrom, een diepe toon, die met name in de voorheen stille uren van de nacht van 01.00 tot 04.00 uur te horen is. Dat doet zich voor bij zes van de tien meetpunten die er in de gemeente Dronten zijn. Alleen bij het meetpunt Ploegschaar (Biddinghuizen) gaat het niet alleen om laagfrequent geluid, maar is er in het geheel een toename van geluid in de nachtelijke uren, over alle frequenties. Daardoor is het laagfrequente geluid daar een minder groot probleem, omdat het wegvalt bij het andere geluid. Bij zes van de tien andere meetpunten is er ‘nachts geen toename van ander geluid, alleen van dat lage gebrom. Dat betreft dan de meetpunten Boslaan (Ketelhaven), Buitenhof, Koningshof, Bloemenzoom (Swifterbant), Parksingel, Klaversingel en Ploegschaar (Biddinghuizen). Bij de meetpunten Troffel, Patrijs en Herfst (Dronten) werd geen nachtelijk gebrom waargenomen.
“Het gaat om een waarneembare toename van laagfrequent geluid,” legt Jasper Pondman van ingenieursbureau DGMR, die het onderzoek heeft gedaan, uit. “Laagfrequent geluid wordt door meer dingen veroorzaakt. Zoals warmtepompen, of elektrische auto’s die op stil asfalt rijden. In Nederland neemt het laagfrequente geluid vrijwel overal toe. In dit geval hebben we echter metingen verricht als de windmolens wel en als de windmolens niet draaien. Daaruit blijkt dat als ze wel draaien, er duidelijk sprake is van een toename van dat geluid.”
Die toename biedt echter geen mogelijkheid om er ook op te handhaven. “Er valt ook niet veel aan te doen. Laagfrequent geluid gaat zelfs door muren heen. Hoge tonen dempen eerder weg, lage tonen dringen verder door. Het enige dat helpt is afstand: hoe verder de windmolens weg staan, hoe minder geluid er te horen is.” En of het slecht is voor de gezondheid? “Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en de GGD onderzoeken dat bijna permanent, en tot nu toe is er nog nooit enig wetenschappelijk verband aangetoond tussen laagfrequent geluid en gezondheidsklachten.”
Bewoners die last hebben van het geluid en er in het verleden al over hebben geklaagd, hebben het rapport gevierd als een overwinning, en zien er in ieder geval erkenning in voor hun klachten. Hun hoop dat de gemeente hier nu iets mee kan en zal doen, is echter tevergeefs: omdat de geluidstoename allemaal binnen de wettelijke kaders valt, kan de gemeente er niet op handhaven of tegen optreden.
“Toch is het fijn dat de resultaten er nu zijn. Dit onderzoek geeft mensen wel de mogelijkheid met de windparken in gesprek te gaan, om te kijken of er oplossingen mogelijk zijn. Die verantwoordelijkheid ligt bij de windparken, maar de ervaring is dat die klagers ook echt serieus nemen en altijd willen kijken of er iets tegen te doen is,” zegt wethouder Lazise Hillebregt. Het lastige van het nachtelijke gebrom is bovendien dat de één er meer last van heeft dan de ander. “De uitkomsten van het onderzoek helpen ook niet bij hoe mensen dat geluid ervaren. Het is alleen wel een bevestiging voor de mensen die er last van hebben: dat geluid is er inderdaad.”
Het onderzoek is ook nooit bedoeld als middel om te handhaven, zegt de wethouder. “Daar zijn andere regelingen voor getroffen. Het onderzoek was puur om inzicht te geven. Dat is er nu.”
De suggestie dat het rapport door de gemeente onder de pet is gehouden, werpt zij verre van zich. “Dat is echt niet zo. Het onderzoeksbureau heeft haar rapport vlak voor het zomerreces afgeleverd. Daarna is er ambtelijk en bestuurlijk naar gekeken, zoals altijd gebeurt en ook nodig is. Dat heeft, door externe oorzaken, iets langer geduurd dan we hadden verwacht. Maar dat het definitieve rapport er nu pas ligt en naar de gemeenteraad is gestuurd, wil niet zeggen dat we geprobeerd hebben het geheim te houden.”
De harde werkelijkheid voor de mensen die last hebben van het nachtelijk gebrom verandert er niet door: of met de windparken in gesprek gaan, in de hoop dat die er iets tegen en kunnen willen doen, ermee leren leven of verhuizen.